Hoe halen mijn (oudere) werknemers de finish?
Voor sommige werknemers kan het lastig zijn om de pensioendatum te halen. Hoe ga je daar als werkgever mee om? Over deze vraag buigt pensioenspecialist Jan van Harten zich.
Vraag
In een recent onderzoek door CNV, geeft bijna de helft van de respondenten aan dat zij denken het niet vol te houden tot de pensioendatum. En meer dan de helft vindt dat zij een zwaar beroep hebben. Bij ons in het bedrijf is het niet zo ‘extreem’ als hier wordt gesteld, maar wij herkennen wel het beeld dat het voor ouderen lastig is om de pensioendatum te halen. Welke opties zijn er om hier, bijvoorbeeld via pensioen, iets aan te doen?
Antwoord
In Nederland werken we steeds langer door. De AOW-leeftijd en daarmee ook de pensioenleeftijd, zullen de komende decennia verder opschuiven richting de 70 jaar. Het langer doorwerken is noodzakelijk om de AOW op langere termijn betaalbaar te houden en is ook een antwoord op het toenemende tekort aan arbeidskrachten.
Voorbereiding en aanpassing
Langer doorwerken vraagt een andere manier van kijken naar werk. Wanneer je na een lange studie begint met werken rond je 25e en uiteindelijk via verschillende regelingen kunt stoppen rond je 55e, hoef je als werkgever en werknemer niet echt na te denken over duurzame inzetbaarheid. Het is een korte periode van werken met een vroege finish. Deze tijd ligt echter ver achter ons en we beginnen niet alleen (weer) vroeger met werken, maar werken steeds langer door.
Iedere werknemer heeft zelf de verantwoordelijkheid om samen met de werkgever te zorgen dat hij of zij gezond, gemotiveerd en productief de pensioendatum haalt. Dat vraagt regelmatige afstemming, een goede voorbereiding en waar nodig aanpassing. Dat kan dus ook betekenen dat iemand zich moet om- en bijscholen. Als je weet dat je een beroep of functie niet tot 70 jaar kunt volhouden, kom dan op tijd in actie! Duurzame inzetbaarheid moet dus een terugkerend onderwerp zijn op de agenda van werkgever en werknemers.
Tijdelijke RVU-regeling
Tot eind 2025 is er nog de RVU-regeling. Werkgevers kunnen werknemers een regeling aanbieden waarmee het eerder stoppen makkelijker wordt gemaakt. Gedurende maximaal 3 jaar mag de werkgever een vergoeding betalen van maximaal € 2.182 per maand. Deze regeling stopt echter eind 2025 en het ziet er niet naar uit dat deze verlengd wordt. Dat is althans niet de inzet van het huidige (demissionaire) kabinet.
Extra pensioen opbouwen
Wanneer je weet dat doorwerken tot de AOW-leeftijd lastig wordt, kun je ook nadenken over extra pensioen opbouwen. Dat kan een gedeelde investering zijn tussen werkgever en werknemer. Zij hebben immers beide een belang. Pensioen gaat in principe in op de AOW-leeftijd, maar wanneer je ruim voldoende hebt opgebouwd, kun je het altijd eerder laten ingaan. Dit vraagt maatwerk en een goede pensioenplanning, maar kan in de praktijk zeer effectief zijn.
Verlofsparen
Het is wettelijk toegestaan om 2 jaar verlof te sparen. Dat gespaarde verlof kan worden gebruikt om eerder te stoppen. Ik zie in de praktijk niet veel werkgevers die hier op zitten te wachten. En het is voor werknemers ook niet de beste manier van sparen om eerder te stoppen met werken. Wanneer je dienstverband eerder eindigt, wordt dit verlof immers uitbetaald en bij een eventueel faillissement van de werkgever ben je het volledig gespaarde verlof kwijt. Overtollig verlof kun je ook vaak doorstorten in je pensioen. Ik vind dat persoonlijk een betere en safere optie.
Beter managen
Ik wil afsluiten met een metafoor. De winnaar in de Formule1 is vaak niet degene die het hardste kan rijden, maar degene die het beste zijn banden kan managen. Een coureur zoekt dan een optimale balans tussen snelheid en slijtage. Te snel je banden verslijten zorgt ervoor dat je uiteindelijk de race niet gaat winnen. Ik denk dat dit ook opgaat voor werknemers. De winnaar zal niet het bedrijf zijn waar werknemers het hardste hebben gewerkt. De winnaar is uiteindelijk het bedrijf die het beste zijn werknemers heeft weten te managen.
Bron: AccountancyVanmorgen