Tweede Kamer neemt wetsvoorstel verplicht stellen vertrouwenspersoon aan
Het initiatiefwetsvoorstel in verband met het verplicht stellen van een vertrouwenspersoon is op 23 mei 2023 aangenomen door de Tweede Kamer.
Werkgevers tot 10 werknemers zijn uitgezonderd van de verplichting om een vertrouwenspersoon aan te stellen. Daarvoor is een amendement aangenomen.
Het initiatiefwetsvoorstel van het Tweede Kamerlid Maatoug (GroenLinks) wijzigt de Arbeidsomstandighedenwet in verband met het verplicht stellen van een vertrouwenspersoon.
Sociaal veilige werkomgeving
Iedere werknemer heeft recht op een sociaal veilige werkomgeving. Met dit initiatiefwetsvoorstel wil de initiatiefnemer iedere werknemer een wettelijk recht op toegang tot een vertrouwenspersoon te geven. Daarnaast wordt de positie van de vertrouwenspersoon in de organisatie versterkt. Het wetsvoorstel draagt bij aan het terugdringen van ongewenst gedrag op de werkvloer en het creëren van een veilige werkomgeving voor alle werknemers.
Zorg ervoor dat alle werknemers terechtkunnen bij een vertrouwenspersoon, betoogt Maatoug (GroenLinks). De Tweede Kamer heeft op 17 mei met haar en minister Van Gennip van Sociale Zaken gedebatteerd over dit plan om werknemers te beschermen tegen ongewenste omgangsvormen.
Noodzaak ook voor zelfstandigen
Een vertrouwenspersoon is het minimale wat we voor mensen kunnen doen die te maken hebben met bijvoorbeeld seksuele intimidatie, vindt Kathmann (PvdA). Er is een bredere gereedschapskist van maatregelen nodig, maar dit is een eerste stap.
Op de arbeidsmarkt groeit het aantal zzp’ers. Ook voor hen kan een vertrouwenspersoon noodzakelijk zijn, meent Van der Lee (GroenLinks). Hij wil daarom laten onderzoeken of zelfstandigen op termijn onder de wet kunnen vallen. Minister Van Gennip, als adviseur bij het wetsvoorstel betrokken, is bereid om dat bij de evaluatie te onderzoeken.
Scholing en kwaliteit
Van Kent (SP) ziet het gevaar dat bedrijven brood zien in het aanbieden van vertrouwenspersonen, waardoor de verplichting kan worden afgevinkt zonder dat er een daadwerkelijke vertrouwenspersoon is. De kwaliteit van vertrouwenspersonen is nu niet geborgd in regelgeving, constateert ook Podt (D66). Zij wil daarom regels vastleggen voor een erkende opleiding en nascholing.
Maatoug vindt dat een goed voorstel. Scholing en kwaliteitseisen zijn belangrijk om uitwassen te voorkomen, meent zij. Minister Van Gennip zegt toe om deze eisen in lagere regelgeving uit te werken en de Kamer hier voor het eind van het jaar over te informeren.
Uitzonderingen
Palland (CDA) maakt zich zorgen over de administratieve en financiële lasten voor kleine bedrijven. Zij wil bedrijven tot tien werknemers uitzonderen van de verplichting, en bij de evaluatie willen bezien of zij alsnog verplicht moeten worden tot een vertrouwenspersoon. Van Gennip heeft hier begrip voor, ook gezien de beschikbaarheid van het aantal vertrouwenspersonen.
De Jong (PVV) wil geen verplichting voor “de bakker om de hoek” om een vertrouwenspersoon aan te stellen. Kleine bedrijven kunnen het voorkomen van ongewenste omgangsvormen prima zelf regelen, meent hij. Strolenberg (VVD) is het daarmee eens. Bedrijven met minder dan 25 medewerkers moeten daarom worden vrijgesteld van deze verplichting, stelt hij voor.
Minister Van Gennip wijst er echter op dat hierdoor een groep van circa 1,5 miljoen werknemers de toegang tot een vertrouwenspersoon wordt ontzegd. Bovendien zijn bedrijven tussen de 10 en 25 werknemers prima in staat om bijvoorbeeld een externe vertrouwenspersoon aan te stellen. Het voorstel van Maatoug is volgens haar juist een grote stap op weg naar een veiligere werkomgeving.
Stemmingen
De Tweede Kamer heeft op 23 mei over het wetsvoorstel gestemd waarbij het wetsvoorstel is aangenomen. Daarbij is een amendement en vier moties aangenomen, een ander amendement is verworpen.
Beperking takenpakket en minimaal 10 werknemers
Een aangenomen amendement betreft verduidelijking en beperking van het takenpakket en het vooralsnog uitzonderen van ondernemingen met minder dan 10 medewerkers.
De indieners delen de opvatting van initiatiefnemer dat het goed is als werknemers toegang hebben tot een vertrouwenspersoon. Wel delen indieners de opvatting van de Afdeling advisering van de Raad van State dat een verplichte aanstelling van een vertrouwenspersoon leidt tot een verhoging van de administratieve en financiële lasten voor werkgevers, met name voor mkb, kleine stichtingen en verenigingen met personeel.
Initiatiefnemers zijn daaraan tegemoet gekomen door de mogelijkheid op te nemen voor werkgevers om hierin te voorzien via een externe vertrouwenspersoon, al dan niet georganiseerd via een branchevereniging of arbodienst. Indieners beogen met dit amendement het initiatiefvoorstel effectief en efficiënt te laten werken met zo min mogelijk onnodige administratieve lasten voor kleinere organisaties, waaronder mkb, kleine stichtingen en verenigingen. Daarom wordt via dit amendement het wettelijk voorgeschreven takenpakket van de vertrouwenspersoon verduidelijkt en beperkt.
Een (externe) vertrouwenspersoon hoeft niet, indien geen sprake is van meldingen, uit zichzelf organisaties te benaderen om beleid door te nemen of ongevraagd advies te geven. Wel moet een (externe) vertrouwenspersoon op verzoek van de organisatie of in geval van meldingen de ruimte hebben / in staat worden gesteld om alsdan zelf constateringen te doen / advies te geven inzake het arbeidsomstandighedenbeleid.
De indieners delen de opvatting van de Afdeling advisering van de Raad van State dat een verplichte aanstelling van een vertrouwenspersoon leidt tot een verhoging van de administratieve en financiële lasten voor werkgevers, in het bijzonder voor organisaties met minder dan 10 werknemers. Met dit amendement wordt daarom voorgesteld de reikwijdte van het initiatiefvoorstel, vooralsnog, te beperken tot organisaties met ten minste 10 werknemers.
Geen uitzondering voor werkgevers met minder dan 25 werknemers
Indieners van een ander amendement achten het onzorgvuldig om kleine ondernemers en organisaties tot en met 25 werknemers te verplichten een vertrouwenspersoon te hebben. Dit amendement over het uitzonderen van ondernemingen met minder dan 25 werknemers is verworpen.
Moties
De aangenomen moties betreffen:
- motie over onderzoeken of zelfstandigen ook onder de reikwijdte van de wet moeten vallen;
- motie over nadere regelgeving met daarin in ieder geval heldere criteria voor de deskundigheid en onafhankelijkheid van vertrouwenspersonen;
- motie over bij wet- en regelgeving inzake de Arbeidsomstandighedenwet de lastendruk op het mkb in kaart brengen;
- motie over onderzoeken hoe informatie over een veilige werkomgeving toegankelijker gemaakt kan worden voor ondernemers en werknemers.
De Eerste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) bespreekt op 30 mei 2023 de procedure.
Bron: Salaris Vanmorgen