• Fiscaris
Bel ons 070 - 3508624
HealthFlex
×
  • Home
  • Diensten
    • Boekhouding
    • Accountants
    • Belastingen
    • Salarisadministratie
    • Onze Services
  • Informatie
  • Over ons
  • Nieuws
  • Vacatures
  • Contact

De oude dag van dga’s en zzp’ers: er is niks verloren

De oude dag van dga’s en zzp’ers: er is niks verloren
24/12/2025Actueel

De pensioenomgeving voor directeur-grootaandeelhouders (dga’s) en zelfstandig ondernemers (IB-ondernemers) is ingrijpend gewijzigd. Twee belangrijke pijlers uit het verleden zijn verdwenen: het pensioen in eigen beheer (PEB) voor dga’s en de fiscale oudedagsreserve (FOR) voor IB-ondernemers.

Daartegenover staat dat de Wet toekomst pensioenen (Wtp) de derde pijler (lijfrente/banksparen) fors verruimt. De hoogste tijd voor financieel adviseurs om zich de nieuwe regels eigen te maken zodat de fiscale mogelijkheden optimaal benut worden.

De dga/ondernemer is zelf verantwoordelijk voor zijn pensioenopbouw en heeft hier ook behoefte aan, maar zal wel op weg geholpen moeten worden. Zijn financieel adviseur (accountant, belastingadviseur, pensioenadviseur) is de aangewezen persoon om hem hierbij een duwtje in de goede richting te geven. In dit artikel worden na een korte terugblik, handvatten gegeven en kaders geschapen om de ondernemer op dit onderdeel optimaal te adviseren.

Terugblik: afschaffing van PEB en FOR

Sinds 1 juli 2017 is opbouw van pensioen in eigen beheer niet meer toegestaan. Bestaande aanspraken bleven in stand onder de toen geldende voorwaarden, inclusief jaarlijkse actuariële waardering en eventuele indexatieverplichtingen binnen de BV. Veel dga’s kozen voor omzetting in een oudedagsverplichting(ODV) of (destijds) afkoop met een tijdelijke korting; afkoop kon nog tot en met 2019. De ODV is een eigen regime: uitkering start uiterlijk twee maanden na AOW‑datum, duurt standaard 20 jaar, en mag (geheel of gedeeltelijk) vóór of rond pensioendatum worden afgestort in een lijfrente bij bank of verzekeraar. Ook na ingangsdatum kan een ODV met een akkoord van de belastingdienst nog afgestort worden in een lijfrente. Van de mogelijkheid van afstorting van een ODV naar een lijfrente wordt inmiddels veelvuldig gebruikt gemaakt.

Per 1 januari 2023 is de FOR afgeschaft: er kan geen nieuwe dotatie plaatsvinden. Een bestaande FOR mag nog volgens de oude regels worden afgewikkeld, bij voorkeur door omzetting in een lijfrente/banksparen zodat de boekhoudkundige vrijval (winst) fiscaal wordt gecompenseerd door aftrek van de lijfrentepremie. De afschaffing beoogt misbruik als ‘papieren uitstelpost’ tegen te gaan en ondernemers te stimuleren échte, afstort‑gebaseerde pensioenopbouw te realiseren. Want was vaak het nadeel van PEB en de FOR? In de onderneming was er wel een voorziening opgenomen, echter de daadwerkelijke liquide middelen om t.z.t. de uitkeringen te kunnen betalen waren niet aanwezig. Een papieren reserve dus. Mede in dit licht is het besluit genomen om verdere opbouw van PEB en FOR niet langer toe te staan.

Wat brengt de Wet toekomst pensioenen?

De Wtp zet de tweede pijler om naar een premieregeling met leeftijds-onafhankelijke(vlakke) premie en moderniseert het nabestaandenpensioen; daarnaast zijn de aftrekmogelijkheden voor lijfrente in de derde pijler ruim verruimd. De implementatie van Wtp‑kaders in de tweede pijler moet uiterlijk per 1 januari 2028 zijn afgerond.

Ook de dga met een verzekerde regeling krijgt hiermee te maken. Echter wanneer de dga voor 1 juli 2023 een gestaffelde beschikbare premieregeling had en de dga de enige deelnemer is, behoeft de regeling voor wat betreft het ouderdomspensioen niet aangepast te worden. Er kan tot aan pensioendatum gebruik gemaakt worden van het overgangsregime. Er komen na 1 januari 2028 immers geen nieuwe deelnemers in de regeling. Wel moet de regeling worden aangepast als het gaat om de rekensystematiek wat betreft het partnerpensioen.

Derde pijler ruimer en logischer

De lijfrenteruimte in de derde pijler is fors ruimer geworden en sluit nu aan bij het premiepercentage in de tweede pijler.

  • Het opbouwpercentage in de jaarruimte is verhoogd van 13,3% naar 30% (met terugwerkende kracht vanaf 1‑1‑2023).
  • De reserveringsruimte is substantieel verruimd (inhaal over langere periode van 10 jaar en hogere maxima, € 42.108 in 2025).

Voor zelfstandigen zonder tweede pijler is die verruiming direct voelbaar: wie geen pensioenpremie in loondienst betaalt, heeft doorgaans maximale jaarruimte (afgezet tegen de premiegrondslag minus franchise). Ook voor dga’s is de verruiming direct voelbaar, zij bouwen na de afschaffing van PEB, vaak géén pensioen in de tweede pijler meer op.

Dga: strategische routekaart na PEB

De pensioenadvisering aan de dga begint met het in kaart brengen van de bestaande rechten, gevolgd door het optimaal benutten van het lijfrente-regime.

  • Is er nog sprake van een PEB?Bestaat er nog een bevroren pensioenvoorziening (zonder verdere opbouw van pensioenaanspraken) in de BV? Dan geldt jaarlijkse actuariële waardering conform fiscale rekengrondslagen (o.a. 4% rekenrente) en het voorkomen van een ‘onzuiver pensioen’ door uitholling van de dekking. Hierdoor moet er tevens een commerciële waardering gemaakt worden. Een onzuiver pensioen kan leiden tot heffing over de waarde in het economisch verkeer als loon uit vroegere dienstbetrekking. Het afstorten van het pensioen naar een verzekeraar is eventueel een optie. Dit is kostbaar en wordt in het algemeen alleen gedaan, wanneer men na afstorting de BV wil liquideren.
  • ODV‑positie.Voor de ODV geldt de jaarlijkse oprenting met de marktrente en het bepalen van de optimale ingangsdatum (max. 5 jaar vóór AOW tot uiterlijk 2 maanden erna). In de uitkeringsfase moet er ook een jaarlijkse aanpassing op basis van de gewogen gemiddelde marktrente van het voorgaande jaar plaatsvinden. In de praktijk wordt dit als complex ervaren zeker wanneer de aanpassing niet op 1 januari maar gedurende het kalenderjaar plaats moet vinden. Vanwege redenen van eenvoud (minder complexiteit), grotere flexibiliteit, een oudedagsvoorziening buiten de ondernemingssfeer en een hoger rendement wordt steeds vaker gekozen voor afstorting in een bancaire- of beleggingslijfrenterekening. Deze afstorting hoeft niet ineens maar kan ook in termijnen.

Tweede pijler (collectief) vs. individuele oplossingen
Dga’s kwalificeren (nog steeds) niet als werknemer onder de Pensioenwet, waardoor deelname aan een reguliere collectieve regeling complex blijft. Het aanbod van individuele dga‑pensioenproducten is beperkt, en een PPI mag geen dga bedienen. Dit alles maakt dat de tweede pijler nauwelijks nog gekozen wordt door de dga met een meerderheidsbelang. Dit is anders voor een dga met een minderheidsbelang maar wel met tenminste 10% van de aandelen. De arbeidsvoorwaarden van deze dga’s sluiten vaak aan bij de arbeidsvoorwaarden van de overige werknemers. Voor een pensioenregeling kan deze minderheidsaandeelhouder dan terecht bij de enkele pensioenverzekeraar die nog een dga-pensioenproduct aanbiedt. Dit alles maakt de derde pijler (lijfrente/banksparen) in de praktijk het meest robuuste, schaalbare kanaal voor opbouw.

Derde pijler benutten op ‘Wtp‑manier’

  • De jaarruimte wordt gebaseerd op het voorgaande jaarinkomen (loon dga + resultaat), dit zal bij een dga stabiel zijn.
  • Verreken betaalde tweede‑pijlerpremie (indien aanwezig) conform het juiste Wtp‑regime/overgangsrecht; met name bij de berekening van de reserveringsruimte, kan de opbouw van het pensioen in eigen beheer van voor 1 juli 2017 nog een rol spelen.
  • Maak planmatig gebruik van de verhoogde inhaalruimte, het is soms niet zinvol om de volledig inhaalruimte in één keer te benutten maar te spreiden over de komende jaren. Met een rekensom vooraf kan bepaald worden bij welke inleg het grootste marginale voordeel wordt behaald, voor een verdieping van dit onderwerp verwijs ik graag naar een eerder artikel over dit onderwerp.

Benutten verruimde lijfrente-regime, overwegingen voor dga’s.
Bij de beantwoording van de vraag of het zinvol is om het verruimde lijfrenteregime te benutten spelen onderstaande overwegingen een rol.

  • Het opbouwen van een oudedagsvoorziening in de vorm van een lijfrente betekent een liquiditeitsbeslag, maar door bijvoorbeeld maandelijks een vast bedrag te storten en tegelijkertijd een voorlopige belastingteruggave te vragen, zal de opbouw van een lijfrentekapitaal bijna ongemerkt gaan.
  • Risico‑scheiding.Pensioenvermogen buiten de ondernemingsbalans (via een lijfrente) reduceert bedrijfsrisico’s.
  • Partner en estate planning.Bij een overlijden van de dga is de partner minder afhankelijk van het reilen en zeilen van de BV maar wordt er een uitkering ontvangen van de lijfrente-uitvoerder. Het verkrijgen van een lijfrente is vrijgesteld van erfbelasting en leidt wanneer deze toekomt aan de kinderen ook niet tot imputatie op de partnervrijstelling.
  • Door de fiscale faciliteit van inleg aftrekbaar en uitkering belast plus de vrijstelling van een lijfrente van box III heffing geeft een lijfrente per saldo het hoogste rendement vergeleken met oppotten in de BV of beleggen in privé. Bovendien is door de onmogelijkheid om het kapitaal niet voor AOW-datum op te nemen bij een lijfrente het disciplinerisico het kleinst. Zie ook een eerder artikel hierover.

Zelfstandig ondernemer (IB): routekaart na FOR

De pensioenadvisering aan de ondernemer na afschaffing van de FOR begint met het opruimen van de FOR-balanspost, gevolgd door het optimaal benutten van het lijfrente-regime.

FOR‑balanspost opruimen met echte afstorting
De FOR kan omgezet worden naar een lijfrente. Fiscaal gezien compenseert de aftrek van de lijfrentepremie de vrijval van de FOR in de winst, zodat per saldo geen direct belastingnadeel ontstaat. Hiermee transformeer je een ‘papieren’ voorziening naar reëel pensioenvermogen. Vervolgens kan gestart worden met een structurele opbouw van een lijfrentevoorziening. De opbouw van de lijfrentevoorziening kan overigens ook gelijktijdig met de afstorting van de FOR, maar dit betekent dan natuurlijk wel een dubbele liquiditeitsontrekking.

Structurele opbouw via jaarruimte
Met de Wtp is de jaarruimte verruimd en de systematiek logischer. Voor de zelfstandige zonder tweede pijler betekent dit meer aftrekbare opbouw en de mogelijkheid om achterstanden via reserveringsruimte in te halen.

Timing en cashflow

  • Inleggen wanneer het kan.Anders dan bij een dga zal het box-I inkomen van een zelfstandig ondernemer wat meer fluctueren. Het is daarom van belang om al aan het eind van het kalenderjaar te signaleren of er winst belast in de hoogste schijf behaald gaat worden. In dat geval ligt een (extra) storting in een lijfrenteproduct voor de hand, eventueel met benutting van ongebruikte reserveringsruimte.
  • Box III vermijden.vermogen in lijfrente is vrijgesteld van box‑3‑heffing zolang het ‘in de regeling’ zit; dat maakt pensioenbeleggen relatief aantrekkelijk t.o.v. vrij beleggen.
  • Advisering. De advisering omtrent het beste passende financiële product kan alleen maar plaatsvinden door een gecertificeerde adviseur vermogen of pensioen.

Nabestaanden en flexibiliteit

De Wtp moderniseert het nabestaandenpensioen vóór pensioendatum (het nabestaandenpensioen is een percentage van salaris en diensttijdonafhankelijk). Voor zelfstandigen en veel dga’s die primair in de derde pijler opbouwen, is het essentieel om risicodekking (overlijdensrisicoverzekering) en partnerrechten in de lijfrente goed te regelen. Het tweede pijler‑kader kent daarvoor duidelijke standaarden; de derde pijler vergt bewuste aanvullende productkeuze. Een veel gebruikte oplossing voor het verzekeren van het partnerpensioen is een netto overlijdensrisicoverzekering.

Strategie en scenario’s: hoe combineer je alles optimaal?

Hieronder een overzicht van de meeste optimale benutting van het lijfrenteregime bij drie verschillende scenario’s en fases van de dga/zelfstandig ondernemer.

Scenario 1 – Dga met ODV én groeiende onderneming

  • Fase 1 (pre‑AOW): houd de ODV in de BV, optimaliseer oprenting en liquiditeitsplanning; bouw aanvullend vermogen op via lijfrente-beleggen in de derde pijler (maximaliseer jaarruimte).
  • Fase 2 (rond AOW): laat ODV ingaan of stort af in een lijfrente voor stabiele cashflows; coördineer met lijfrente‑uitkeringen om de IB‑progressie te dempen.
  • Fase 3 (post‑AOW): benut flexibiliteit (mede door de mogelijkheid om een lijfrente pas in te laten gaan vijf jaar na het bereiken van de AOW-leeftijd en de mogelijkheid van tijdelijke lijfrentes) voor finetuning.

Scenario 2 – Zelfstandige met FOR‑restant en wisselende inkomsten

  • Direct: zet de FOR om in lijfrente/banksparen; voorkom belastingvalkuil bij staking.
  • Jaarlijks: stuur op jaarruimte in winstrijke jaren; gebruik reserveringsruimte om gaten te dichten.
  • Risico’s: regel overlijdensdekking en denk aan arbeidsongeschiktheid; derde pijler is opbouw van oudedagsvoorzieningen, geen financieel vangnet bij overlijden of arbeidsongeschiktheid.

Scenario 3 – Dga met individuele tweede pijler‑polis

  • Check Wtp‑overgangsrecht: mag de oude staffel blijven gelden (als ‘bestaande werknemer’ in individuele regeling op 1‑7‑2023)? Zo ja, weeg doorlopende kosten en rendement af tegen de derde pijler.
  • Imputatie‑effect: hou rekening met lagere jaarruimte door premie‑imputatie.

Conclusie: van regels naar rendement en rust

Voor dga’s en zelfstandigen is de oude wereld van PEB en FOR definitief voorbij. Dat klinkt als verlies, maar de Wtp biedt ook een helder, ruim en praktisch kader om via de derde pijler met fiscaal voordeel en beleggingsvrijheid een solide oudedagsvermogen op te bouwen. Dga’s die nog PEB/ODV‑erfenissen hebben, zetten die het best om in voorspelbare cashflows of externe lijfrente‑oplossingen; zelfstandigen met een FOR‑restant doen er verstandig aan dat te materialiseren in een echte pensioenpot. Het fundament is daarbij de jaarruimte (30%), de ruime reserveringsruimte, en een goede imputatie van tweede pijler-opbouw. Combineer dat met degelijk risicomanagement (overlijden/arbeidsongeschiktheid) en strakke administratie, en je transformeert wetgeving in financiële rust en duurzame vrijheid

Bron: Accountancy Vanmorgen

Bollard staat voor u klaar!

Vind hier alle informatie

Nieuwsbrief

Vul uw email in om u aan te melden voor onze nieuwsbrief.

Financieel Specialist nodig?

Neem contact met ons op!

Nieuwsarchief

  • De oude dag van dga’s en zzp’ers: er is niks verloren
  • Belastingheffing in 2025: tips voor de directeur-grootaandeelhouder
  • Verbod op contante betalingen van € 3.000 of meer
  • Kabinet zwicht voor Kamerdruk: ook in 2026 geen verzuimboetes bij schijnzelfstandigheid
  • Gerichte vrijstellingen voor werkplek thuis: hoe zit het precies?
  • Bijna twee derde van zzp’ers wacht met AOV tot verplichting
  • Terugvragen box 3-belasting wordt ‘fiscaal huzarenstukje’
  • Nieuw vanaf 2026: Herziening btw-aftrek bij investeringsdiensten
  • Kamer baalt van hogere box 3-heffing in 2026, maar ziet nog geen alternatief
  • Hof: managementfee van eigen BV is loon, geen winst uit onderneming
  • Zorgtoeslag in 2026 omlaag
  • Fiscale strop dreigt voor 1,6 miljoen werknemers met pensioenverzekering
  • Hof: combinatie afbouw wet-Hillen en villataks geen schending mensenrechten
  • Leasefiets wordt een van populairste secundaire arbeidsvoorwaarden’
  • Voorstellen uit het Belastingplan 2026
  • Kabinet wil geen verlenging boetepauze bij schijnzelfstandigheid per 2026
  • ‘Uitwerking zzp-wet geeft nog steeds geen duidelijkheid’
  • Jubileumfeest en skireis zijn verstrekkingen die tot loon behoren
  • Verhoging tarieven motorrijtuigenbelasting in 2026
  • Verminder belasting in box 3 – tips & tricks
  • VZR: ‘Leaserijder wijkt uit naar alternatieven met meer CO₂-uitstoot’
  • Advies aan Hoge Raad: belastingrente voor bedrijven moet omlaag
  • Prinsjesdag 2025: de belangrijkste wijzigingen op een rij
  • Vaststellen werkelijk rendement box 3 moet op totaal box 3-vermogen; vordering met lage rente onvoldoende voor rechtsherstel
  • Wat kunt u met lijfrente doen aan de opbouw van uw pensioen?
  • Excessief lenen: eind 2025 maximaal € 500.000
  • Wetsvoorstel basisverzekering arbeidsongeschiktheid voor zelfstandigen aangepast
  • Lening B.V. aan dga is winstuitdeling bij gebrek aan terugbetalingscapaciteit
  • Voorgestelde btw-herzieningsregels voor verbouwingsdiensten vanaf 2026
  • Nieuwe SBI-codes van kracht in het Handelsregister
  • Box 3: Werkelijk rendement doorgeven
  • Inkomstenbelasting 2025: tips voor ondernemers met een eenmanszaak of vof
  • KvK waarschuwt ondernemers: controleer nieuwe SBI-code
  • Tijdelijke wet turboliquidaties met twee jaar verlengd
  • Terechte vergrijpboete voor belastingadviseur die bootcampte op kosten van de zaak
  • Belastingdienst verduidelijkt gebruikelijkheid en doelmatigheidsgrens binnen WKR
  • Bijna helft bedrijven vermindert inzet zzp’ers door handhaving wet DBA’
  • Tot welk bedrag is een schenking belastingvrij in 2025?
  • Wet tegenbewijsregeling box 3 aangenomen door Eerste Kamer
  • Belastingdienst verstuurt duizenden brieven met foutieve box 3-bedragen
  • Standpunt Belastingdienst: alleen werkelijk rendement minderjarig kind vóór 18e toegerekend aan ouders
  • Belastingheffing in 2025: tips voor de directeur-grootaandeelhouder
  • Zelfstandigenwet of VBAR: frisse wind of meer mist?
  • Risico’s schijnzelfstandigheid niet gedekt met BV, waarschuwt KVK
  • Cryptoaanbieders vanaf 2026 verplicht tot gegevensuitwisseling met Belastingdienst
  • ANWB waarschuwt e-rijders voor hoge laadkosten in het buitenland
  • Kabinet Schoof gevallen. Wat betekent dit fiscaal?
  • Tweede Kamer stemt in met tegenbewijsregeling box 3, geen verzachting vastgoedbeleggers
  • Staatssecretaris: geen koppeling aftrek hypotheekrente aan eerste IB-schijf
  • Je SBI-code gaat veranderen. Check je gegevens
  • Eerste Kamer stemt in met Wet plan van aanpak witwassen
  • Hoe werk je veilig online als je niet thuis of op kantoor bent?
  • De besloten vennootschap: rechtsvorm met minder privé risico
  • Modelovereenkomst vrijwaart niet altijd tegen naheffingen
  • Zzp’er blijkt werknemer – rechtszaken leveren schijnzelfstandige geld op
  • Staatssecretaris legt kritiek Raad van State naast zich neer: wetsvoorstel box 3 naar Kamer
  • Fiscale maatregelen Voorjaarsnota 2025
  • Gebruikelijkloonregeling onder de loep: deels effectief, verbetering wenselijk
  • ZZP’ers haken massaal af na aanscherping regels
  • Waar moet je op letten bij het overnemen van uitzendkrachten?
  • Wet tegenbewijsregeling Box 3: rust of nieuwe conflicten?
  • Belastingdienst besteedt in 2025 extra aandacht aan zakelijke kosten
  • Voorjaarsnota: de fiscale contouren van het akkoord
  • Wet Vbar aangepast na recent arrest over ondernemerschap en schijnzelfstandigheid
  • De lijfrente als alternatief voor een pensioenregeling via de werkgever
  • RB voorziet tsunami aan bezwaren bij Wet tegenbewijsregeling box 3
  • Door parttime werken wordt gebruikelijk loon DGA niet verlaagd
  • Belasting op vakantiewoning stijgt: ‘scheve situatie’
  • 7 Groene beleggingsproducten weg na verdwijnen fiscaal voordeel
  • Zzp’en in het buitenland: wel/niet in het handelsregister?
  • Wetsvoorstel Tegenbewijsregeling box 3 naar Tweede Kamer
  • Definitieve forfaitaire rendementspercentages 2024 gepubliceerd
  • Hoge Raad geeft uitleg Deliveroo-arrest: ondernemerschap kan doorslaggevend zijn
  • De 10 meeste gestelde vragen over de Wet toekomst pensioenen
  • Een op drie zzp’ers zet niets opzij voor belasting
  • Terbeschikkingstelling werkruimte in woning is economische activiteit
  • Werk jij digitaal veilig? Controleer het met de checklist
  •  Personeel in en uit dienst: zo regel je dat veilig
  • Belastingdienst doet oproep: let strikter op zakelijke kosten in aangiften
  • Overzicht verschillen handhaving schijnzelfstandigheid in 2024, 2025 en 2026
  • Raad van State: wetsvoorstel box 3 ‘haast onmogelijke opgave’
  • Elke dag zakelijk rijden nog geen bewijs voor ontbreken privégebruik
  • Tweede Kamer stemt in met beperking toegang UBO-registers
  • Kamerdebat over box 3: weinig zicht op versoepeling voor vastgoedbeleggers
  • Klein geschenk: loon of geen loon?
  • Als zzp’er in loondienst, waar let je op
  • Staatssecretaris gaat door met ‘minst slechte’ box 3-route
  • Lang niet altijd beter af met werkelijk rendement in box 3
  • Vóór 1 februari 2025 voldoen aan renseigneringsverplichting UBD
  • De meestgestelde vragen over schijnzelfstandigheid
  • Modelovereenkomsten automatisch verlengd tot en met 31 december 2029
  • Gebruikelijkloonregeling in 2025: hoe zit het precies?
  • Bijtelling privégebruik auto in 2025: hoe zit het?
  • Regel einde dienstverband met een vaststellingsovereenkomst
  • De beste wensen voor het nieuwe jaar
  • Handhavingsplan arbeidsrelaties tranche 2025: handhaven zonder moratorium
  • Belangrijkste wijzigingen belastingen 2025
  • Nieuw stelsel box 3 op basis van werkelijk rendement uitgesteld
  • Fiscus en UWV zien verplichte zelfstandigen-aov niet zitten
  • Ongerealiseerde waardestijging telt mee in box 3, eigen gebruik 2e woning blijft buiten beschouwing

Kantoor Den Haag

Bezoekadres
Jan van Nassaustraat 125  
2596 BS Den Haag

070 - 3508624

info@bollard.nl

Aangesloten bij

NBA

Novak

Register Belastingadviseurs

Wij steunen:

Informatiemenu

  • Nieuwe Klant
  • Veelgestelde vragen
  • Klachtenbehandeling
  • Support
  • Privacy Policy
Copyright & Cookies | © 2017-2025 All rights reserved
Designed by Alentejo Webdesign