• Fiscaris
Bel ons 070 - 3508624
HealthFlex
×
  • Home
  • Diensten
    • Boekhouding
    • Accountants
    • Belastingen
    • Salarisadministratie
    • Onze Services
  • Informatie
  • Over ons
  • Nieuws
  • Vacatures
  • Contact

Wijziging arbeidswetgeving: wat zijn de civielrechtelijke en fiscale aandachtspunten?

Wijziging arbeidswetgeving: wat zijn de civielrechtelijke en fiscale aandachtspunten?
28/09/2022Actueel

Het zal u niet ontgaan zijn, per 1 augustus jongstleden is er een wijziging van de Nederlandse arbeidswetgeving ingegaan, als gevolg van de implementatie van een Europese Richtlijn van 20 juni 2019 betreffende transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden in de Europese Unie, Wet implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden genoemd. Wat verandert er voor werkgevers als het gaat om verplichte scholing? En hoe zit het eigenlijk met de aftrekbaarheid van scholingskosten van de zelfstandig ondernemer? In dit artikel gaan Marieke Westerbeek-Ovink (civiel jurist) en Jan-Willem Kemper (fiscalist) hier nader op in.

Wat is het doel van de nieuwe wetgeving?

De Richtlijn richt zich op het waarborgen van minimumrechten van iedereen in de Europese Unie. Daarvoor moeten er transparantere en beter voorspelbare arbeidsvoorwaarden voor alle werknemers komen en moet de arbeidsmarkt zich beter kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden. Zo zijn er in de nieuwe wetgeving regels omtrent de informatieplicht van werkgevers en worden er minimumeisen gesteld aan arbeidsvoorwaarden.

Aangescherpte regels voor wettelijk verplichte opleidingen

Ook de regels over wettelijk verplichte opleidingen worden aangescherpt. Als de werkgever op grond van een cao of wet verplicht is zijn werknemers scholing te verstrekken om het werk waarvoor zij zijn aangenomen uit te voeren, wordt deze scholing:

  1. kosteloos aangeboden aan de werknemers;
  2. beschouwd als arbeidstijd;
  3. en indien mogelijk vindt deze plaats tijdens de tijdstippen waarop arbeid verricht moet worden.

Kosteloze scholing voor werknemers

Kosteloos betekent dat alle kosten die de werknemer moet maken in verband met het volgen van de scholing voor rekening van de werkgever zijn, zoals bijvoorbeeld reiskosten, boeken en ander studiemateriaal en examengelden.

Dit betekent ook dat studiekostenbedingen of -overeenkomsten, waarbij de werknemer zich verbindt om studiekosten terug te betalen als hij binnen een bepaalde periode zijn arbeidscontract opzegt, voor wat betreft deze verplichte opleidingen nietig zijn. De werkgever mag de kosten van deze wettelijk verplichte opleidingen dus helemaal niet meer op zijn werknemer verhalen. Ook niet als de werknemer bijvoorbeeld direct na het voltooien van de opleiding bij een andere werkgever in dienst treedt. En ook niet als verrekening bij de transitievergoeding (als inzetbaarheidskosten). Deze regelgeving geldt voor alle werknemers, of ze nu voor bepaalde tijd of voor onbepaalde tijd in dienst zijn, of op grond van een oproepovereenkomst.

Welke scholing komt wel in aanmerking en welke niet?

Het gaat bij deze nieuwe wetgeving – waarschijnlijk – niet om de verplichting van een werknemer om bepaalde opleidingen voor het behouden van een beroepskwalificatie te volgen, zoals die bijvoorbeeld voor accountants, artsen en advocaten verplicht zijn. Wel gaat het om opleidingen op het gebied van veiligheid en arbeidsvoorwaarden (bijvoorbeeld het bijhouden van vakbekwaamheid). Een voorbeeld daarvan is een verplichte cursus voor de correcte implementatie van de Wwft. Ook als een werknemer zich (kort) moet omscholen om voor een passende functie in aanmerking te komen bijvoorbeeld bij reorganisatie, zijn de kosten daarvoor voor de werkgever. Scholing die voor de werknemer noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie komt ook voor rekening van de werkgever. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een cursus Engels, of een opleiding om met een nieuw computersysteem dat de werkgever heeft ingevoerd te kunnen werken. De reikwijdte en praktische invulling is overigens – zoals vaak bij nieuwe wetgeving – nog niet geheel duidelijk en zal blijken uit toekomstige invulling en rechtspraak.

Voor opleidingen die niet onder deze wet vallen, mag de werkgever dus nog wel een studiekostenovereenkomst met de werknemer afsluiten.

Als de werknemer al begonnen is met een verplichte opleiding vóór indiensttreding bij de betreffende werkgever, hoeft de werkgever niet de kosten met terugwerkende kracht te vergoeden. Pas vanaf het moment van indiensttreding ontstaat de verplichting om de kosten onvoorwaardelijk te vergoeden.

Vervallen van studiekostenbedingen

Let op: ook studiekostenbedingen die zijn afgesproken voor wettelijk verplichte opleidingen voor 1 augustus jongstleden zijn per die datum niet meer geldig. Alleen als de aanspraak die de werkgever op de studiekostenovereenkomst kan doen vóór 1 augustus 2022 is ontstaan, kan de werkgever een beroep doen op terugbetaling van de studiekosten door de werknemer. Dit kan bijvoorbeeld als de werknemer op 31 juli 2022 uit dienst is getreden en de aanspraak op het studiekostenbeding ook op die datum is ontstaan.

De fiscale behandeling van studiekosten is ook veranderd, maar niet met als doel om de fiscale regels in lijn te brengen met de arbeidsrechtelijk regels. Jan Willem Kemper, fiscalist bij Extendum, beschrijft hierna wat is gewijzigd en welke fiscale tegemoetkomingen kunnen worden ingezet om de opleidingskosten voor ondernemers te beperken.

Inkomstenbelasting: particulieren

Tot en met 2021 waren bepaalde scholingsuitgaven als persoonsgebonden aftrek aftrekbaar van het inkomen. Scholingsuitgaven werden gedefinieerd als uitgaven voor het door de belastingplichtige zelf volgen van een opleiding of studie die werd gevolgd ter verwerving van inkomen uit werk en woning. Het moest gaan om een ‘leertraject’. Daarom telden bijvoorbeeld eenmalige congressen en seminars die geen deel uitmaken van een leertraject niet mee.

De studie moest zijn gericht op verbetering van de economische positie of het op peil houden van kennis en vaardigheden die nodig zijn om het werk te kunnen uitvoeren. De uitgaven waren alleen aftrekbaar voor zover ze ten laste van de belastingplichtige zelf kwamen. Kosten die voor rekening van een werkgever of iemand anders kwamen waren niet aftrekbaar, omdat ze niet op de belastingplichtige zelf drukten. Bij studiekosten in de vorm van een lening waren de uitgaven in het jaar van betaling aftrekbaar, de aflossingen waren dat niet.

STAP (STimulans van de ArbeidsmarktPositie)

Met ingang van 1 januari 2022 is fiscale aftrek van scholingsuitgaven afgeschaft en vervangen door de niet-fiscale subsidieregeling “STAP-budget”. Natuurlijke personen kunnen via het UWV een STAP-budget aanvragen van maximaal € 1.000 (inclusief btw) per jaar. Het bedrag kan uitsluitend worden besteed bij een instantie die zich met succes bij het UWV heeft geregistreerd. Zesmaal per jaar (2022: vijfmaal) wordt de mogelijkheid geopend om via het digitale STAP-portaal een aanvraag in te dienen. Het is van belang om er snel bij te zijn, want het budget is beperkt. Voor 2022 is € 160 miljoen beschikbaar gesteld. Wie aanvraagt loopt het risico dat de subsidiepot leeg is. De bijdrage wordt na een goedgekeurde aanvraag rechtstreeks betaald aan de opleidingsinstelling.

Werknemer en werkgever

Een vergoeding die een werknemer van de werkgever ontvangt voor een opleiding valt onder een gerichte vrijstelling (artikel 31a, lid 2d Wet loonbelasting 1964). Op grond van artikel 31a, lid 2c, Wet loonbelasting 1968 kunnen ook de kosten van eenmalige congressen, workshops, cursussen en seminars vrijgesteld worden vergoed, voor zover die vormen van educatie bijdragen aan het op peil houden en verder ontwikkelen van de vaardigheden en kennis van de werknemer.

Vaak is een werknemer bij voortijdig ontslag verplicht om (een deel van) de opleidingskosten terug te betalen aan de werkgever. De terugbetaling kan volgens de Staatssecretaris niet worden gezien als negatief loon (Besluit 21 juni 2022, nr. 2022-159595, onderdeel 4). De werknemer is voordeliger uit als zijn nieuwe werkgever hem dit bedrag wil vergoeden. Dat kan onbelast, mits het bedrag wordt uitbetaald in hetzelfde jaar waarin de vergoeding aan de oude werkgever is terugbetaald. Nog eenvoudiger is het als de nieuwe werkgever het verschuldigde bedrag direct aan de oude werkgever betaalt. Dat gaat buiten de loonheffingen om.

Ondernemer en resultaatgenieter

Bij ondernemers en resultaatgenieters is de vraag of de kosten van hun eigen educatie ten laste van de winst kunnen worden gebracht. Voor het antwoord is het onderscheid tussen de persoonlijke en de zakelijke sfeer van belang. Cursussen en andere vormen van educatie die tot doel hebben om de bestaande kennis en vaardigheden op peil te houden vallen in de zakelijke sfeer. Een huisarts, een accountant, een assurantieadviseur en vele anderen moeten hun kennis van nieuwe ontwikkelingen in hun vakgebied wel bijhouden om hun werk goed te kunnen blijven doen. Dat geldt ook als permanente educatie niet verplicht is. Deze kosten zijn bedrijfslasten en dus aftrekbaar van het resultaat.

Het is evident dat bijvoorbeeld de kosten van een duikersopleiding voor de houder van een snackbar in de privésferen valt. Ze komen immers niet voort uit de onderneming en ze dragen niet bij aan het resultaat. Maar wat als de snackbarhouder het plan heeft opgevat professioneel duiker te worden om een duikschool te beginnen? Weliswaar kan hij daarmee in de toekomst inkomen verwerven, maar deze opleiding draagt niet bij aan zijn snackbaronderneming. De kosten zijn dus geen bedrijfslasten. Voor een financiële tegemoetkoming kan hij slechts het STAP-budget aanvragen nu de aftrek van scholingsuitgaven niet meer mogelijk is.

Het onderscheid is niet altijd duidelijk. Is een opleiding tot mediator voor een advocaat te beschouwen als een nieuwe vaardigheid, of als een verdere ontwikkeling van zijn vakkennis? Leidt de opleiding tot vaardigheden in een voor de advocaat nieuw vakgebied, dan is aftrek niet aan de orde. Slechts het in stand houden en versterken van de al aanwezige competenties leidt tot aftrek.

De fiscale regels rondom de kosten van opleidingen en cursussen blijven ook na de afschaffing van de aftrek van scholingsuitgaven aandacht vragen. De grens tussen wel of niet aftrekbaar is niet altijd even helder.

Conclusie

De veranderde regels hebben grote gevolgen voor de kosten van de opleidingen die werkgevers hun werknemers moeten bieden. Doordat studiebedingen voor wettelijk verplichte opleidingen niet meer geldig zijn én omdat de aftrek van scholingsuitgaven vanaf 2022 is afgeschaft is het verstandig om de bestaande studievoorzieningen zowel juridisch als fiscaal tegen het licht te houden.

bron: extendum

Bollard staat voor u klaar!

Vind hier alle informatie

Nieuwsbrief

Vul uw email in om u aan te melden voor onze nieuwsbrief.

Financieel Specialist nodig?

Neem contact met ons op!

Nieuwsarchief

  • Zzp’er blijkt werknemer – rechtszaken leveren schijnzelfstandige geld op
  • Staatssecretaris legt kritiek Raad van State naast zich neer: wetsvoorstel box 3 naar Kamer
  • Fiscale maatregelen Voorjaarsnota 2025
  • Gebruikelijkloonregeling onder de loep: deels effectief, verbetering wenselijk
  • ZZP’ers haken massaal af na aanscherping regels
  • Waar moet je op letten bij het overnemen van uitzendkrachten?
  • Wet tegenbewijsregeling Box 3: rust of nieuwe conflicten?
  • Belastingdienst besteedt in 2025 extra aandacht aan zakelijke kosten
  • Voorjaarsnota: de fiscale contouren van het akkoord
  • Wet Vbar aangepast na recent arrest over ondernemerschap en schijnzelfstandigheid
  • De lijfrente als alternatief voor een pensioenregeling via de werkgever
  • RB voorziet tsunami aan bezwaren bij Wet tegenbewijsregeling box 3
  • Door parttime werken wordt gebruikelijk loon DGA niet verlaagd
  • Belasting op vakantiewoning stijgt: ‘scheve situatie’
  • 7 Groene beleggingsproducten weg na verdwijnen fiscaal voordeel
  • Zzp’en in het buitenland: wel/niet in het handelsregister?
  • Wetsvoorstel Tegenbewijsregeling box 3 naar Tweede Kamer
  • Definitieve forfaitaire rendementspercentages 2024 gepubliceerd
  • Hoge Raad geeft uitleg Deliveroo-arrest: ondernemerschap kan doorslaggevend zijn
  • De 10 meeste gestelde vragen over de Wet toekomst pensioenen
  • Een op drie zzp’ers zet niets opzij voor belasting
  • Terbeschikkingstelling werkruimte in woning is economische activiteit
  • Werk jij digitaal veilig? Controleer het met de checklist
  •  Personeel in en uit dienst: zo regel je dat veilig
  • Belastingdienst doet oproep: let strikter op zakelijke kosten in aangiften
  • Overzicht verschillen handhaving schijnzelfstandigheid in 2024, 2025 en 2026
  • Raad van State: wetsvoorstel box 3 ‘haast onmogelijke opgave’
  • Elke dag zakelijk rijden nog geen bewijs voor ontbreken privégebruik
  • Tweede Kamer stemt in met beperking toegang UBO-registers
  • Kamerdebat over box 3: weinig zicht op versoepeling voor vastgoedbeleggers
  • Klein geschenk: loon of geen loon?
  • Als zzp’er in loondienst, waar let je op
  • Staatssecretaris gaat door met ‘minst slechte’ box 3-route
  • Lang niet altijd beter af met werkelijk rendement in box 3
  • Vóór 1 februari 2025 voldoen aan renseigneringsverplichting UBD
  • De meestgestelde vragen over schijnzelfstandigheid
  • Modelovereenkomsten automatisch verlengd tot en met 31 december 2029
  • Gebruikelijkloonregeling in 2025: hoe zit het precies?
  • Bijtelling privégebruik auto in 2025: hoe zit het?
  • Regel einde dienstverband met een vaststellingsovereenkomst
  • De beste wensen voor het nieuwe jaar
  • Handhavingsplan arbeidsrelaties tranche 2025: handhaven zonder moratorium
  • Belangrijkste wijzigingen belastingen 2025
  • Nieuw stelsel box 3 op basis van werkelijk rendement uitgesteld
  • Fiscus en UWV zien verplichte zelfstandigen-aov niet zitten
  • Ongerealiseerde waardestijging telt mee in box 3, eigen gebruik 2e woning blijft buiten beschouwing
  • Belastingdienst verstuurt voorlopige aanslagen inkomstenbelasting 2025
  • Waarom de SBI-code van je bedrijf belangrijk is
  • Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie
  • Toch nog verruiming van vrije ruimte WKR 2025
  • Belangrijke waarschuwing: Vals bericht Belastingdienst
  • Helft bedrijfsleven verwacht minder gebruik te maken van ZZP-ers
  • Fiscus wijst nogmaals op verjaren box 3-aanslag 2021
  • Tweede Kamer neemt gewijzigd Belastingplan 2025 aan
  • Wetswijzigingen per 1 januari 2025
  • Rechter halveert onevenredig hoge belastingrente vpb
  • Eindejaarstips top 10
  • Waarom e-Herkenning essentieel is voor jouw onderneming
  • Wachten op de verplichte AOV voor zzp’ers?
  • Start hersteloperatie box 3
  • Maaltijden tijdens zakelijk verblijf toch aftrekbaar
  • Kamer wil handhavingsmoratorium minder heet opdienen
  • Rapportageverplichting crypto-aanbieders moet belastingontduiking gaan voorkomen
  • Idsinga stevent af op confrontatie met Eerste Kamer om btw-verhoging
  • Top 10 Prinsjesdag 2024
  • Vanaf 1 januari 2025 volledige handhaving op schijnzelfstandigheid
  • Sponsort U ook onze fiscalist met de Muskathlon?
  • Stand van zaken rechtsherstel box 3
  • Belastingdienst publiceert modellen rittenregistratie auto van de zaak
  • Kleineondernemersregeling versoepelt per 1 januari 2025
  • Btw voor cultuur, boeken en sport naar 21%
  • Ook Wet excessief lenen zou inbreuk maken op Europees eigendomsrecht
  • Fiscus legt definitieve aanslagen box 3 op over 2021
  • Hoge Raad oordeelt opnieuw dat ongerealiseerde winst belast is in box 3
  • Fiscus wil met sectoren alternatieven zoeken voor schijnzelfstandigheid
  • Overgangsregeling UBO-register afgelopen, nieuwe regels voor wwft-instellingen
  • Terugleververgoeding zonnepanelen fors omlaag
  • Belastingontduiking via crypto’s ongrijpbaar voor fiscus
  • Bedrijfsleven ervaart belastingstelsel als complex, roep om vereenvoudiging
  • Waarschuwing AP: gebruik van AI-chatbots kan leiden tot datalekken
  • Eerste reactie kabinet op nieuwe box 3-arresten Hoge Raad
  • Tijd dringt voor zzp’ers en hun opdrachtgevers
  • Europees Hof van Justitie bevestigt btw-vrijstelling voor fiscale eenheden
  • Fiscus geeft opheldering over onzakelijke lening tussen bv’s
  • Waarom is het niet erg om eindheffing te betalen?
  • Verlaagde forfait is niet van toepassing op leaseauto
  • Omzetverhoging is belangrijkste bedrijfsdoel voor 2024
  • Aanslagen Vpb 2022 met voort te wentelen voorheffingen opgelegd
  • Van Rij stuurt wetsvoorstel box 3 naar Raad van State
  • Van Rij: ‘Spaarders in box 3 mogen oordeel Hoge Raad niet afwachten’
  • Wetsvoorstel meer duidelijkheid over werken met en als zelfstandige naar Raad van State
  • Opvragen uittreksel UBO-register uitgesteld
  • Premie verplichte aov zelfstandigen bekend
  • Onderzoek: versobering 30%-regeling kan juist nadelig zijn voor schatkist
  • Oude portaal voor ondernemers sluit definitief op 1 juli 2024
  • Bekeuring past niet bij rittenregistratie: naheffing terecht
  • Dit wil de nieuwe coalitie
  • Spaarders achtergesteld bij definitieve aanslag 2023’
  • Hoge Raad: gratis gezonde lunch onbelast te verstrekken
  • Regels concurrentiebeding aangescherpt

Kantoor Den Haag

Bezoekadres
Jan van Nassaustraat 125  
2596 BS Den Haag

070 - 3508624

info@bollard.nl

Aangesloten bij

NBA

Novak

Register Belastingadviseurs

Wij steunen:

Informatiemenu

  • Nieuwe Klant
  • Veelgestelde vragen
  • Klachtenbehandeling
  • Support
  • Privacy Policy
Copyright & Cookies | © 2017-2025 All rights reserved
Designed by Alentejo Webdesign