• Fiscaris
Bel ons 070 - 3508624
HealthFlex
×
  • Home
  • Diensten
    • Boekhouding
    • Accountants
    • Belastingen
    • Salarisadministratie
    • Onze Services
  • Informatie
  • Over ons
  • Nieuws
  • Vacatures
  • Contact

Bezwaar en beroep instellen tegen NOW loont vaak – maar niet altijd

Bezwaar en beroep instellen tegen NOW loont vaak – maar niet altijd
23/02/2023Actueel

Bij de definitieve vaststelling kan het UWV beslissen dat het voorschot NOW geheel of gedeeltelijk moet worden terugbetaald. Dat kan allerlei oorzaken hebben. Uit de zaken die ik heb behandeld voor Fiscount-kantoren blijkt dat het instellen van bezwaar en beroep zinvol kan zijn. Hierna een aantal voorbeelden uit de rechtspraak, waarin ook het beleid van het UWV wordt aangehaald.

Een ondernemer zal niet veel bezwaren hebben als het voorschot moet worden terugbetaald, omdat het omzetverlies is meegevallen. Er kunnen echter ook andere oorzaken zijn, zoals een daling van de loonsom. Zo moest een werkgever NOW terugbetalen, omdat zijn omzetverlies geen 80% maar 30% bleek te zijn. Maar ook omdat de loonsom was gedaald. Met die laatste herrekening was de werkgever het niet eens, omdat een werknemer op eigen initiatief was vertrokken en bij een ander in onderling overleg het contract niet werd verlengd.

Rechtbank Limburg overweegt dat als de loonsom over de subsidieperiode lager is in vergelijking met de loonsom over de referentiemaand januari 2020, de definitieve subsidie wordt verlaagd met het gehele verschil in de loonsom. Voor de werkgever betekent dit dat bij de definitieve subsidievaststelling de volledige loonsom van de vertrokken werknemers in mindering wordt gebracht, zonder dat rekening wordt gehouden met het omzetverlies. De definitieve subsidie is dus correct berekend en de minister kan hier niet van afwijken. De rechtbank gaat echter nog een stap verder en beoordeelt of de lagere vaststelling al dan niet onevenredig is. Op grond van het in artikel 3:4 lid 2 Awb neergelegde evenredigheidsbeginsel mogen de nadelige gevolgen van de lagere vaststelling en de terugvordering niet onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen doelen.

Beëindiging niet corona-gerelateerd

De daling van de loonsommen over de maanden maart tot en met mei 2020 was veroorzaakt door het beëindigen van een dienstverband per 1 maart 2020 (opzegging op verzoek van de werknemer) en per 1 mei 2020 (niet verlengen tijdelijk contract met wederzijds goedvinden). De eerste beëindiging vond plaats voor de bekendmaking van de NOW 1 en was daarmee niet corona-gerelateerd.

Toezeggingen minister en beleid UWV

De minister heeft in zijn Kamerbrief van 22 maart 2021, ‘Dilemma’s in de NOW’ (Kamerstuk 35 420, nr. 243) verzekerd dat het UWV altijd zorgvuldig kijkt naar ingediende bezwaren om te bepalen of er ruimte is om de werkgever binnen de geest van de regeling tegemoet te komen. Het UWV zal in bezwaar nadrukkelijk moeten beoordelen of incidentele beloningen in de referentiemaand mogelijk hebben geleid tot een niet representatieve loonsom.

De minister stelt dat het in het geautomatiseerde proces uitsluitend mogelijk is om de uitbetaling van de 13e maand en het vakantiegeld uit de loonsom van de referentiemaand te filteren. Hiervoor corrigeert het UWV standaard. Voor andere betalingen die tot een hogere loonsom leidden in de referentiemaand, geldt dit niet. Volgens de minister is er inmiddels beleid ontwikkeld om in bepaalde situaties gebruik te maken van de bevoegdheid om de subsidie niet lager vast te stellen.[1] Dit beleid geldt volgens de minister echter niet voor de werkgever en de subsidie zal wel lager worden vastgesteld.

Belangenafweging

Het standpunt van de minister komt er in wezen op neer dat in alle gevallen waarin de hogere loonsom in de referentiemaand niet is terug te voeren op een 13e maand of het vakantiegeld, er bij de subsidievaststelling geen individuele belangenafweging plaatsvindt. De rechtbank acht dit niet in overeenstemming met artikel 4:46 lid 2 Awb. De minister heeft belang bij een uitvoerbare regeling, de werkgever bij het verkrijgen van een subsidie, die de loonsom in de subsidieperiode, gerelateerd aan het omzetverlies, benadert. De werkgever vindt het onevenredig dat hij meer moet terugbetalen dan hij aan voorschot heeft ontvangen over de loonsom van de twee werknemers.

Belang werkgever moet zwaarder wegen

De rechtbank oordeelt dat het belang van de werkgever in dit geval zwaarder moet wegen dan het belang van de minister. Hoewel de regeling dat strikt genomen niet toelaat, bestaat in dit geval toch ruimte om het loon van de per 1 maart 2020 vertrokken werknemer mee te rekenen bij het bepalen van de referentie-loonsom. Deze ruimte biedt de minister in zijn opmerkingen over het uitfilteren van incidentele loonbetalingen:

“Als de werkgever kan aantonen door middel van objectief verifieerbare gegevens uit de loonadministratie dat de loonkosten in de referentiemaand niet representatief waren, doordat er sprake was van het uitbetalen van bonussen, overuren, etc. dan kan UWV deze gelden uit de loonsom filteren. UWV kon dit binnen het vaststellingsproces al eerder voor de uitbetaling van vakantiegeld en een dertiende maand. Ondertussen kan UWV dit in bezwaar ook voor incidentele componenten zoals de uitbetaling van vakantiedagen en overuren of gratificaties en bonussen. Door deze componenten in bezwaar zoveel mogelijk uit de loonsom te filteren wordt getracht onterechte vertekeningen in de loonsom van de werkgever met gevolgen voor de hoogte van de NOW-subsidie zoveel mogelijk tegen te gaan.”

 Gelet op het feit dat het vertrek van deze werknemer niet corona-gerelateerd was, acht de rechtbank een negatieve prikkel voor de werkgever niet op zijn plaats. De rechtbank oordeelt dat de belangenafweging niet geheel in het nadeel van de werkgever kan uitvallen. Het lager vaststellen van de subsidie is niet evenredig in verhouding tot de met dat besluit door de minister te dienen doelen. De vaststelling van de NOW op een lager bedrag kan dus niet in stand blijven, omdat die is gebaseerd op een onjuiste referentieloonsom. Daarom moet ook de terugvordering vervallen. De werkgever zal moeten aangeven wat de loonsom was van de per 1 maart 2020 vertrokken werknemer, zodat het UWV de referentieloonsom over januari 2020 met dit bedrag kan verminderen. Overigens kan het UWV deze gegevens uit de polis administratie halen. Het UWV zal vervolgens een nieuwe beslissing moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak.

Uitspraak staat niet op zich

Deze uitspraak staat ook zeker niet op zich. Rechtbank Limburg heeft geoordeeld dat een redelijke toepassing van de NOW met zich meebrengt dat het UWV in bezwaar niet mocht uitgaan van de loonsom in de polis administratie maar de door de werkgever aannemelijk gemaakte incidentele loonbetalingen uit de referentie-loonsom dient te filteren. Oók als die niet via de ‘tabel bijzondere beloningen’ zijn verwerkt in de aangifte loonheffingen. In gelijke zin luidt de uitspraak van Rechtbank Den Haag (overweging 7.8): ‘De vaste gedragslijn van verweerder om slechts in een aantal specifiek benoemde gevallen waarbij de loonsom in januari 2020 aantoonbaar te hoog is geweest, uitzonderingen te maken, doet onvoldoende recht aan individuele gevallen’.

Lagere loonsom door beëindiging overeenkomst

In de uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant ging het om een lagere loonsom vanwege de beëindiging van een stage-overeenkomst. In januari 2020 stond al vast dat die overeenkomst eind januari zou aflopen, waardoor de werkgever daar geen invloed op kon uitoefenen. De minister oppert dan dat de werkgever in de subsidieperiode een nieuwe stagiaire of medewerker had kunnen aannemen (!). De rechtbank volgt die stelling gelukkig niet. Mede gelet op het doel van de regeling (behoud werkgelegenheid), kan de inspanningsverplichting van de werkgever niet zo ver gaan dat er nieuw personeel moet worden aangenomen tijdens een periode waarin er minder omzet wordt gedraaid.

Uitspraak Centrale Raad van Beroep (CRvB)

In de uitspraak van de CRvB wordt het oordeel van de rechtbank deels bevestigd. Het beleid van de minister houdt in dat slechts als de loonsom in januari 2020 aantoonbaar te hoog was door betaling van bijzondere beloningen, die extra beloning eruit wordt gefilterd. De rechtbank heeft terecht overwogen dat dit een onvoldoende belangenafweging inhoudt. Ook in die gevallen waarin niet is voldaan aan het beleid, had een belangenafweging moeten plaatsvinden. Helaas volgt de CRvB de rechtbank niet in het oordeel dat het belang van de werkgever in dit geval zwaarder moet wegen dan het belang van de minister.

De CRvB wijst erop dat de NOW een noodmaatregel is, waarbij op korte termijn aan een zeer groot aantal werkgevers duidelijkheid moest worden verschaft over de aard en de inhoud van de regeling. De regeling heeft daardoor een generiek karakter, waarbij niet steeds maatwerk kan worden geboden. Hierdoor is de evenredigheidstoets minder intensief. De regelgever was zich er daarbij van bewust dat de loonsom lager kan uitvallen, omdat werknemers intussen niet meer in dienst zijn of niet meer zijn opgeroepen en daarom geen loon meer ontvangen. Op die verschillende oorzaken (natuurlijk verloop, pensionering, overlijden of het zelf ontslag nemen door een werknemer) heeft de werkgever niet altijd invloed gehad.

Berekening

Er is in dit geval geen aanleiding om het financiële nadeel van de werkgever als onevenredig te beoordelen. De minister heeft berekend dat de werkgever het grootste deel van de resterende (gedaalde) loonkosten in de periode maart tot en met mei 2020 kon opbrengen:

In januari 2020 was de loonsom € 827. De subsidie wordt berekend over een periode van 3 maanden, uitgaande van een loonsom van € 2.480. Het omzetverlies was 40%. De subsidie is dan 90% van (40% van € 2.480), ofwel € 893. Van de werkgever wordt dan verwacht dat deze over de subsidieperiode € 1.488 euro (60% loonsom van € 2.480) zelf betaalt uit de resterende omzet. Zonder omzetverlies zou immers over drie maanden € 2.480 aan loonkosten kunnen worden betaald. Dus alleen het verschil tussen € 2.480 en € 1.488 komt in aanmerking voor subsidie.

De daadwerkelijk gerealiseerde loonsom over een periode van drie maanden is echter geen € 2.480 maar € 1.581. Dat verschil van ruim € 900 is toe te schrijven aan het vertrek van de oproepkracht/BBL-leerling. Omdat de werkgever wordt geacht zelf € 1.488 te kunnen betalen uit de overgebleven omzet, wordt alleen het verschil tussen die daadwerkelijk gerealiseerde loonsom (€ 1.581) en € 1.488 gesubsidieerd. Anders gezegd: met de vastgestelde subsidie wordt de werkgever in staat geacht een loonsom van € 1.581 te kunnen opbrengen.

De berekening laat volgens de CRvB zien dat er geen sprake is van een extra korting en dat de berekening niet onredelijk nadelig is voor de werkgever. Dat de werkgever kon weten dat de gedaalde loonsom gevolgen zou hebben voor de uiteindelijk subsidievaststelling en dat hij het teruggevorderde bedrag inmiddels geheel heeft terugbetaald, weegt ook mee. De afweging van de nadelige gevolgen van het besluit in verhouding tot het doel daarvan leidt dan ook tot de conclusie dat het vaststellen van de subsidie op een lager bedrag niet onevenredig is.

Tot slot

Uit de genoemde uitspraken volgt maar weer dat het zinvol kan zijn om bezwaar en beroep in te stellen tegen de beslissing van het UWV inzake de vaststelling en terugvordering van de NOW, maar dit leidt helaas niet áltijd tot het gewenste resultaat.

Bron: Accountancy Vanmorgen

Bollard staat voor u klaar!

Vind hier alle informatie

Nieuwsbrief

Vul uw email in om u aan te melden voor onze nieuwsbrief.

Financieel Specialist nodig?

Neem contact met ons op!

Nieuwsarchief

  • Zzp’er blijkt werknemer – rechtszaken leveren schijnzelfstandige geld op
  • Staatssecretaris legt kritiek Raad van State naast zich neer: wetsvoorstel box 3 naar Kamer
  • Fiscale maatregelen Voorjaarsnota 2025
  • Gebruikelijkloonregeling onder de loep: deels effectief, verbetering wenselijk
  • ZZP’ers haken massaal af na aanscherping regels
  • Waar moet je op letten bij het overnemen van uitzendkrachten?
  • Wet tegenbewijsregeling Box 3: rust of nieuwe conflicten?
  • Belastingdienst besteedt in 2025 extra aandacht aan zakelijke kosten
  • Voorjaarsnota: de fiscale contouren van het akkoord
  • Wet Vbar aangepast na recent arrest over ondernemerschap en schijnzelfstandigheid
  • De lijfrente als alternatief voor een pensioenregeling via de werkgever
  • RB voorziet tsunami aan bezwaren bij Wet tegenbewijsregeling box 3
  • Door parttime werken wordt gebruikelijk loon DGA niet verlaagd
  • Belasting op vakantiewoning stijgt: ‘scheve situatie’
  • 7 Groene beleggingsproducten weg na verdwijnen fiscaal voordeel
  • Zzp’en in het buitenland: wel/niet in het handelsregister?
  • Wetsvoorstel Tegenbewijsregeling box 3 naar Tweede Kamer
  • Definitieve forfaitaire rendementspercentages 2024 gepubliceerd
  • Hoge Raad geeft uitleg Deliveroo-arrest: ondernemerschap kan doorslaggevend zijn
  • De 10 meeste gestelde vragen over de Wet toekomst pensioenen
  • Een op drie zzp’ers zet niets opzij voor belasting
  • Terbeschikkingstelling werkruimte in woning is economische activiteit
  • Werk jij digitaal veilig? Controleer het met de checklist
  •  Personeel in en uit dienst: zo regel je dat veilig
  • Belastingdienst doet oproep: let strikter op zakelijke kosten in aangiften
  • Overzicht verschillen handhaving schijnzelfstandigheid in 2024, 2025 en 2026
  • Raad van State: wetsvoorstel box 3 ‘haast onmogelijke opgave’
  • Elke dag zakelijk rijden nog geen bewijs voor ontbreken privégebruik
  • Tweede Kamer stemt in met beperking toegang UBO-registers
  • Kamerdebat over box 3: weinig zicht op versoepeling voor vastgoedbeleggers
  • Klein geschenk: loon of geen loon?
  • Als zzp’er in loondienst, waar let je op
  • Staatssecretaris gaat door met ‘minst slechte’ box 3-route
  • Lang niet altijd beter af met werkelijk rendement in box 3
  • Vóór 1 februari 2025 voldoen aan renseigneringsverplichting UBD
  • De meestgestelde vragen over schijnzelfstandigheid
  • Modelovereenkomsten automatisch verlengd tot en met 31 december 2029
  • Gebruikelijkloonregeling in 2025: hoe zit het precies?
  • Bijtelling privégebruik auto in 2025: hoe zit het?
  • Regel einde dienstverband met een vaststellingsovereenkomst
  • De beste wensen voor het nieuwe jaar
  • Handhavingsplan arbeidsrelaties tranche 2025: handhaven zonder moratorium
  • Belangrijkste wijzigingen belastingen 2025
  • Nieuw stelsel box 3 op basis van werkelijk rendement uitgesteld
  • Fiscus en UWV zien verplichte zelfstandigen-aov niet zitten
  • Ongerealiseerde waardestijging telt mee in box 3, eigen gebruik 2e woning blijft buiten beschouwing
  • Belastingdienst verstuurt voorlopige aanslagen inkomstenbelasting 2025
  • Waarom de SBI-code van je bedrijf belangrijk is
  • Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie
  • Toch nog verruiming van vrije ruimte WKR 2025
  • Belangrijke waarschuwing: Vals bericht Belastingdienst
  • Helft bedrijfsleven verwacht minder gebruik te maken van ZZP-ers
  • Fiscus wijst nogmaals op verjaren box 3-aanslag 2021
  • Tweede Kamer neemt gewijzigd Belastingplan 2025 aan
  • Wetswijzigingen per 1 januari 2025
  • Rechter halveert onevenredig hoge belastingrente vpb
  • Eindejaarstips top 10
  • Waarom e-Herkenning essentieel is voor jouw onderneming
  • Wachten op de verplichte AOV voor zzp’ers?
  • Start hersteloperatie box 3
  • Maaltijden tijdens zakelijk verblijf toch aftrekbaar
  • Kamer wil handhavingsmoratorium minder heet opdienen
  • Rapportageverplichting crypto-aanbieders moet belastingontduiking gaan voorkomen
  • Idsinga stevent af op confrontatie met Eerste Kamer om btw-verhoging
  • Top 10 Prinsjesdag 2024
  • Vanaf 1 januari 2025 volledige handhaving op schijnzelfstandigheid
  • Sponsort U ook onze fiscalist met de Muskathlon?
  • Stand van zaken rechtsherstel box 3
  • Belastingdienst publiceert modellen rittenregistratie auto van de zaak
  • Kleineondernemersregeling versoepelt per 1 januari 2025
  • Btw voor cultuur, boeken en sport naar 21%
  • Ook Wet excessief lenen zou inbreuk maken op Europees eigendomsrecht
  • Fiscus legt definitieve aanslagen box 3 op over 2021
  • Hoge Raad oordeelt opnieuw dat ongerealiseerde winst belast is in box 3
  • Fiscus wil met sectoren alternatieven zoeken voor schijnzelfstandigheid
  • Overgangsregeling UBO-register afgelopen, nieuwe regels voor wwft-instellingen
  • Terugleververgoeding zonnepanelen fors omlaag
  • Belastingontduiking via crypto’s ongrijpbaar voor fiscus
  • Bedrijfsleven ervaart belastingstelsel als complex, roep om vereenvoudiging
  • Waarschuwing AP: gebruik van AI-chatbots kan leiden tot datalekken
  • Eerste reactie kabinet op nieuwe box 3-arresten Hoge Raad
  • Tijd dringt voor zzp’ers en hun opdrachtgevers
  • Europees Hof van Justitie bevestigt btw-vrijstelling voor fiscale eenheden
  • Fiscus geeft opheldering over onzakelijke lening tussen bv’s
  • Waarom is het niet erg om eindheffing te betalen?
  • Verlaagde forfait is niet van toepassing op leaseauto
  • Omzetverhoging is belangrijkste bedrijfsdoel voor 2024
  • Aanslagen Vpb 2022 met voort te wentelen voorheffingen opgelegd
  • Van Rij stuurt wetsvoorstel box 3 naar Raad van State
  • Van Rij: ‘Spaarders in box 3 mogen oordeel Hoge Raad niet afwachten’
  • Wetsvoorstel meer duidelijkheid over werken met en als zelfstandige naar Raad van State
  • Opvragen uittreksel UBO-register uitgesteld
  • Premie verplichte aov zelfstandigen bekend
  • Onderzoek: versobering 30%-regeling kan juist nadelig zijn voor schatkist
  • Oude portaal voor ondernemers sluit definitief op 1 juli 2024
  • Bekeuring past niet bij rittenregistratie: naheffing terecht
  • Dit wil de nieuwe coalitie
  • Spaarders achtergesteld bij definitieve aanslag 2023’
  • Hoge Raad: gratis gezonde lunch onbelast te verstrekken
  • Regels concurrentiebeding aangescherpt

Kantoor Den Haag

Bezoekadres
Jan van Nassaustraat 125  
2596 BS Den Haag

070 - 3508624

info@bollard.nl

Aangesloten bij

NBA

Novak

Register Belastingadviseurs

Wij steunen:

Informatiemenu

  • Nieuwe Klant
  • Veelgestelde vragen
  • Klachtenbehandeling
  • Support
  • Privacy Policy
Copyright & Cookies | © 2017-2025 All rights reserved
Designed by Alentejo Webdesign